De kritiek van toezichthouder De Nederlandsche Bank op gebrekkige controle van nevenfuncties bij ABN Amro en het in de gaten houden van corruptierisico’s is wel degelijk van recente aard.
Dat schrijf Het Financieele Dagblad woensdag, in een reactie op de bewering van ABN Amro dat kritiek van de toezichthouder op de bank stamt uit een oud onderzoek van 2013 en in 2014 is geadresseerd.
De kwestie draait om een uitgelekte brief van februari dit jaar, waarover de krant beschikt. In die brief van toezichthouder De Nederlandsche Bank (DN) wordt kritisch gesproken over twee kwesties: de procedures rond het interne toezicht op nevenfuncties en privé-belangen van topbestuurders en commissarissen en het anti-corruptiebeleid.
ABN Amro reageerde hier wat betreft het laatste punt dinsdag als volgt op: “De bevindingen die de journalist publiceert komen uit een oud onderzoek van De Nederlandsche Bank uit 2013. De onderwerpen die geadresseerd worden zijn achterhaald en opgelost. Het feit dat de bank volgens de krant onvoldoende inzicht in nevenfuncties en privébelangen van de commissarissen zou hebben en dat de invoering van een toereikende regeling tegen het risico van belangenverstrengeling op zich laat wachten is onjuiste informatie.”
In het voorjaar van 2014 zou de raad van commissarissen van ABN Amro hebben ingestemd met een aanscherping van de procedure ten aanzien van nevenfuncties.
Brief DNB aan ABN Amro
Het FD reageerde woensdag door te stellen dat de brief van toezichthouder DNB is gedateerd van 4 februari 2015. Daarin wordt weliswaar verwezen naar onderzoek uit 2013 en begin 2014, maar ook naar onderzoek dat in september en oktober 2014 is uitgevoerd en waarbij tekortkomingen zijn geconstateerd. De brief concludeert dat ABN Amro nog steeds verbeteringen kan doorvoeren en dat "DNB van plan is om in 2015 nader onderzoek bij AAB uit te voeren. Op korte termijn wordt DNB graag geïnformeerd hoe - en binnen welke tijdslijnen - AAB de geconstateerde tekortkomingen zal adresseren."
De kwestie over de actualiteit van de kritiek is niet triviaal, omdat deze raakt aan de kern van de discussie over de timing van de beursgang van ABN Amro. Voordat minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem groen licht kan geven, moet duidelijk zijn dat er geen zaken meer spelen die de beursgang ongunstig kunnen beïnvloeden. Voor de staat is immers van groot belang dat de opbrengst van een beursgang zo hoog mogelijk is, gelet op de miljarden die zijn uitgegeven bij de nationalisatie van de bank in 2008.
Vorige week werd de beursgang van ABN Amro uitgesteld door minister van Financiën Dijsselbloem, vanwege ‘een aantal kwesties’, waarbij hij de loonsverhoging van topbestuurders expliciet noemde.
Zaterdag werd via het FD ook bekend dat de bank onvoldoende rekening houdt met corruptie bij een oliebedrijf in Rusland waar de bank zaken mee doet.
en
Topjurist Peter Wakkie stapt op als beloningscommissaris bij ABN Amro
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl